Bron: Het Nieuwsblad
Je hebt slim, je hebt hoogbegaafd en dan heb je Joppe (14), Eppo (9) en Pippa (7). De drie kinderen van Kim Kiekens (41) zitten allen minstens twee jaar voor op hun leeftijdsgenoten. Leren gaat dan ook heel vlot, maar het is niet altijd makkelijk”.
Pippa, de jongste telg van ‘bolledozenfamilie’ Wevers uit Kessel-Lo, zit in het vijfde leerjaar. Wanneer ze ’s ochtends op school toekomt, krijgt ze hulp van haar klasgenootjes om haar helm op de plank te leggen. Zelf kan ze daar niet aan. Pippa is 7 jaar en zit tussen kinderen van 10 en 11 jaar. Drie keer sloeg ze een schooljaar over.
“Versnellen is heel vaak een goede maatregel, maar voor sommige kinderen is zelfs twee of drie jaar overslaan niet voldoende”
Kim Kiekens, mama van Joppe, Eppo en Pippa
“Pippa kon eigenlijk al lezen op 3,5 jaar”, zegt mama Kim. “Als ze een woord zag in haar boekjes of op de fles water op tafel, dan vroeg ze altijd wat daar stond. Door daarop te antwoorden, begon ze zelf linken te leggen in haar hoofd. Het begon met Plop, Spa of Volvo, en nu leest ze al Kruistocht in spijkerbroek. Ze heeft een grote innerlijke drive om te leren. Ze kan hele gesprekken voeren met Google Home. Als ze met een thema bezig is, wil ze daar echt àlles over weten. Ook als we bezig zijn met het huiswerk van haar oudere broers, wil ze altijd mee volgen. Ze zal niet alles begrijpen, maar ze is enorm nieuwsgierig”.
Fantastische klas
Leren gaat heel erg vlot, maar wat dan met haar sociale ontwikkeling? Is het wel gezond om een 7-jarige te droppen in een veel oudere klas? “Ook op sociaal vlak heeft Pippa duidelijk een voorsprong”, zeg Kim. “Ze speelt met de jongere broertjes en zusjes van de kindjes in haar klas, maar ook met klasgenoten. Het valt wel op dat ze meer naar de jongens trekt. Jongens zijn sowieso mentaal nog wat jonger en spelen nog meer. Ze heeft een fantastische klas die haar voor de volle honderd procent aanvaardt. Ze mag naar alle verjaardagsfeestjes komen. Pippa – en ook Joppe en Eppo – zijn veel gelukkiger als ze contact hebben met kinderen die hun leefwereld delen, hun grapjes begrijpen en dezelfde spelletjes willen spelen. Dat heeft weinig met leeftijd te maken”.
Toch weet Kim als geen ander dat hoogbegaafdheid niet altijd een zegen is. Ze richtte zelf Spring-Stof op, een vzw die lessen op maat geeft aan cognitief sterke kinderen. “Het is absoluut een talent en we proberen het als iets positief te zien, maar het is niet altijd makkelijk”.
Zelfs bij Pippa, terwijl Kim en haar man al ervaring hadden met twee oudste zonen, verliep haar schoolparcours niet zonder horten en stoten. “We hebben gelukkig snel gezien dat ze in de eerste kleuterklas een depressie ontwikkelde. Ze ging achteruit in haar ontwikkeling, wilde niet meer alleen eten of slapen. We hebben dan beslist met de school om haar te versnellen naar de graadklas van het tweede en derde kleuter. Dat was een grote stap, maar ze leefde helemaal op. Alleen schaalde ze zich meteen in bij de oudste kindjes en gaf ze aan dat ze naar het eerste leerjaar wilde. Wettelijk mocht dat niet. We hebben dan een andere school gezocht die haar toch naar het eerste leerjaar liet gaan, terwijl ze op papier in de derde kleuterklas stond ingeschreven. We wilden niet dezelfde fout maken als bij Eppo”.
Kinderpsychiatrie
Bij Eppo kwam het tot een opname in de kinderpsychiatrie, zes maanden lang. Bleek dat hij een IQ had van boven de 145. Ook hij was op 4 jaar rijp om de sprong te maken naar het eerste leerjaar. De school vond dat een brug te ver. “Hij protesteerde in de klas door op de grond te gaan liggen en wilde absoluut niet meer naar school”, zegt Kim. “Uiteindelijk is hij daar aan onderdoor gegaan. In een andere school is hij dan toch nog eens mogen versnellen, maar eigenlijk is er voor hem onvoldoende aangepast onderwijs. Hij gaat halftijds naar school en de rest vullen wij zelf in, met de hulp van privéleraars”.
Ook Pippa en Joppe blijven op hun grenzen botsen. Zelfs in het vijfde leerjaar gaat het voor Pippa niet snel genoeg voor wiskunde en krijgt ze al leerstof uit het zesde aangeboden. “Versnellen is vaak een goede maatregel, maar voor sommige kinderen is zelfs twee of drie jaar overslaan niet voldoende. Voor hen zou er eigenlijk een aparte school – ik noem het een ’toptalentenschool’, net zoals je topsportscholen hebt – moeten komen. Er zijn nu gezinnen die naar het buitenland verhuizen, waar ze wél een gepast aanbod hebben. Dat is een echte brain drain, terwijl we die talenten absoluut nodig hebben”.