“Giftedness is not only a childhood condition or simply a function of education.Giftedness is a lifelong, day-in, day-out , 24-hours-a-day joy and struggle, even for gifted adults.“
Celi Trépanier
Wat is uitzonderlijke hoogbegaafdheid?
Kort uitleggen wat uitzonderlijke hoogbegaafdheid (UHB) nu specifiek inhoudt, is geen eenvoudige opdracht. In de loop van vele jaren, zijn er verschillende manieren gebruikt om naar begaafdheid te kijken. De meest voorkomende huidige visie op intellectuele begaafdheid, is die van het intelligentie quotiënt, kort het IQ genoemd.
Het IQ
Spreken we over hoogbegaafdheid en uitzonderlijke hoogbegaafdheid op vlak van IQ, dan kunnen heel eenvoudig cijfers weergegeven worden. Iemand wordt hoogbegaafd genoemd wanneer hij/zij een IQ tussen de 130 en 145 heeft. Eens boven een IQ van 145 spreken we over uitzonderlijke hoogbegaafdheid. Wanneer een IQ test deze cijfers bevestigt, is de diagnose hoogbegaafd of uitzonderlijk hoogbegaafd ‘makkelijk’ gemaakt.
Toch is het niet zo eenvoudig, zelfs niet wanneer men louter over IQ spreekt.
Tot niet zo heel lang geleden werden kinderen in Vlaanderen uitzonderlijk hoogbegaafd genoemd wanneer zij een plafondscore van IQ 145 bereikten op hun intelligentietest. De Nederlandstalige testen konden maar tot een maximum IQ 145 meten. Iemand die dus deze score haalde, was daarom “145+” of UHB, ongeacht of men in realiteit IQ 150 of IQ 210 zou scoren.
In 2021 is echter de “Kinder IQ Test Plus”, of KIQT+ op de markt gekomen, een Nederlandstalige intelligentietest die speciaal is ontwikkeld voor bovengemiddeld intelligente en (vermoedelijk) (hoog)begaafde jonge kinderen. Hiermee kunnen kinderen van 5 tot en met 10 jaar waarbij een vermoeden bestaat van een bovengemiddelde intelligentie ‘gemeten’ worden met een meetbereik van IQ 105 tot IQ 170. Bij deze kinderen kan er dus ook in het hoogbegaafde gebied 145+ gedifferentieerd worden.
Deze differentiatie is belangrijk. Dit omdat de groep die over het algemeen ‘uitzonderlijk hoogbegaafd’ (of in Nederland vaak ‘hyperhoogbegaafd’) genoemd wordt, in realiteit maar weinig homogeen is. De verschillen binnen de 145+ categorie zijn groot en hoe vérder iemand van de standaardnorm afwijkt (als we over IQ spreken, is dat IQ 100), hoe ‘anders’ die iemand ook kan of zal zijn en hoe meer verschillend ook de persoonlijke noden worden op cognitief, sociaal, emotioneel,… niveau . De categorie 145+ is dus nog méér divers te noemen dan de categorie hoogbegaafden (IQ 130-145).
In de Engelse taal wordt dit verschil binnen de UHB populatie al langer gemaakt en worden de termen “highly” (IQ 145 – IQ 159), “exceptionally” (IQ 160 – IQ 179) en “profoundly gifted” (IQ 180+) gebruikt om het onderscheid tussen de verschillende scores te benadrukken.
Het woord “uitzonderlijk” dat in het Nederlands gebruikt wordt, is in se niet helemaal correct gekozen. De intentie was om het onderscheid met de term “hoogbegaafd” (IQ 130-145) te benadrukken, en niét (zoals wel eens foutief aangenomen wordt) om de ‘uitzonderlijkheid’ van deze kinderen of volwassenen te benoemen. Dit is één van de redenen waarom er in Nederland eerder over ‘hyperhoogbegaafd’ gesproken zal worden. In Vlaanderen is de term ‘uitzonderlijk hoogbegaafd’ sinds enkele jaren ingeburgerd.
“Exceptionally gifted” kinderen hebben op vlak van onderwijs nog andere noden dan “highly gifted” kinderen. Ook “profoundly gifted” kinderen hebben weer andere, nog extremere noden dan “exceptionally gifted” kinderen. Een volwassene met een IQ van 190 zal in het dagelijkse leven nog heel anders functioneren dan een persoon met een IQ van 160. Miraca Gross, auteur van o.a. het boek ‘Exceptionally Gifted Children’ die in een langdurig onderzoek 40 Australische kinderen met IQ’s boven de 160 opvolgde, stelde dat “een kind met een IQ van 160+ in feite net zo verschillend is van een kind met 130 IQ als dát kind van een kind met een gemiddeld IQ”.
“Although the majority of teachers tend to view gifted students as a fairly homogeneous group, researchers have noticed profound differences between moderately gifted and exceptionally gifted children on almost every cognitive and affective trait that has been studied. In the realm of intellectual capacity alone, a profoundly gifted child of IQ 190 differs from his or her moderately gifted classmate of IQ 130 to the same degree that the latter differs from an intellectually handicapped child of IQ 70.“
Miraca U.M. Gross
Kijken naar IQ mag nooit de énige manier zijn om naar intelligentie of begaafdheid te kijken, zeker niet als het gaat over uitzonderlijke hoogbegaafdheid. Cognitieve begaafdheid is niet de énige vorm van begaafdheid en het zou uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen die niét 145+ scoren op een IQ test ten onrechte in de kou laten staan. Ook andere vormen van begaafdheid zoals bijvoorbeeld artistiek, creatief, technisch talent mogen gerust meegenomen worden in een identificatie van uitzonderlijk hoogbegaafden omdat ook deze aspecten deel uitmaken van hun bijzondere begaafdheid. Net zoals bij topsporters het tonen van uitzonderlijk talent of het excelleren op sportief vlak voldoende is om deel uit te maken van deze categorie, zou ook bij zeer getalenteerde begaafde mensen deze facetten moeten meetellen. In realiteit staan we echter nog lang niet zo ver.
Op deze website wordt verder maar weinig over IQ gesproken. Dit omdat het stellen van een diagnose op basis van IQ verder maar weinig verband houdt met bijvoorbeeld maatregelen die een UHB kind nodig heeft om te kunnen bloeien op school of met de ervaringen die een kind met een bepaald IQ opdoet binnen z’n schoolse carrière of maatschappelijk leven. Als vereniging kiezen we er voor om zo veel mogelijk relevante informatie te verstrekken en zo veel mogelijk tips, adviezen en mogelijkheden te presenteren om élk uitzonderlijk hoogbegaafd kind in z’n talenten te begeleiden, ongeacht of er effectief sprake is van een 145+ IQ testresultaat. Hoe die begeleiding er in praktijk uitziet, mag niet afhangen van een bepaalde test of IQ cijfer, maar is zeer persoonlijk afhankelijk van het kind zelf. Van uitzonderlijk hoogbegaafde volwassenen kunnen we verwachten dat ze (meestal) zelf in staat zijn om hun weg uit te stippelen (eventueel in samenspraak met een coach, psycholoog of andere uitzonderlijk hoogbegaafden). Bij kinderen en jongeren is het echter hyperbelangrijk dat hun directe omgeving enerzijds op de hoogte is van de typische UHB kenmerken en noden, maar anderzijds ook in staat is deze specifiek toe te passen op de individuele noden van de uitzonderlijk hoogbegaafde in kwestie, rekening houdende met diens karakter, talenten, passies, ervaringen, achtergrond en zo meer.
Andere benaderingen
Het meten van intelligentie met behulp van intelligentietesten is dus niet de énige manier om uitzonderlijke hoogbegaafdheid te benaderen en misschien zelfs niet de beste. We zien in praktijk dat uitzonderlijk hoogbegaafden niet altijd makkelijk te ‘meten’ zijn op deze manier. Zeker wanneer er sprake is van kinderen, jongeren of zelfs volwassenen die al lange tijd onderpresteren, die zich extreem hebben aangepast aan de verwachtingen van een maatschappelijk of onderwijssysteem of wanneer er sprake is van psychische of lichamelijke problemen (trauma, depressie, psychosomatische of -sociale problemen, dubbele diagnose,…) zal een IQ test soms verre van relevant zijn om hun uitzonderlijke hoogbegaafdheid vast te stellen. Om UHB kinderen te identificeren, is absoluut expertise en ervaring nodig.
Andere manieren om naar uitzonderlijke hoogbegaafdheid te kijken of te diagnosticeren, zijn onder andere:
- identificatie op specifieke UHB kenmerken in “leren” en “zijn”
- vaststellen van een schoolse of een cognitieve voorsprong
- de mate waarin een kind aanpassingen nodig heeft op vlak van onderwijs
- de asynchrone ontwikkeling van een kind en de verschillen tussen z’n fysieke, cognitieve, emotionele en sociale ontwikkelingsniveau
- de ervaringen die de bepaalde persoon opdeed op sociaal en/of emotioneel vlak of het gevoelen van eenzaamheid dat hij ervaart op persoonlijk vlak tussen vrienden, collega’s, andere hoogbegaafden enz
Sommige uitzonderlijk hoogbegaafden leggen geen specifieke 145+ IQ test af of zouden nooit boven dat niveau scoren. Toch kunnen (en worden) zij op basis van bovenstaande aspecten door experten herkend en gediagnosticeerd als uitzonderlijk hoogbegaafd.
Op vele plaatsen op deze website gaan we op deze thema’s van o.a. asynchrone ontwikkeling, prikkelgevoeligheden en nodige onderwijsaanpassingen verder in. Wil u meer weten over deze onderwerpen, lees u dan zeker in en neem ook een kijkje bij onze vele bronnen en literaire links.
Er is niet alleen kennis nodig om uitzonderlijk hoogbegaafden te herkennen of identificeren, maar ook om hen te begeleiden, zéker als we spreken over UHB kinderen en jongeren. Meer specifieke informatie over de verschillende leeftijdscategorieën uitzonderlijk hoogbegaafden of over de nodige onderwijsaanpassingen is ook hieronder op deze website terug te vinden.
Cognitief sterk functionerend
Binnen onderwijs en begaafdheidsonderzoek in Vlaanderen zien we de laatste jaren de tendens opkomen om niet langer over ‘hoogbegaafdheid’ te spreken, zeker als het over leerplichtige kinderen en jongeren gaat. Zowel binnen onderwijsinstanties als CLB’s of Prodia maar ook vanuit het project “Voorbeeldscholen” dat door het kabinet van Onderwijs van Ben Weyts in 2021 werd opgezet, verkiest men niet langer te spreken over ‘een categoriale classificatie’ of over het toekennen van een label ‘hoogbegaafdheid’.
Cognitief sterk functioneren betekent in dat (onderwijs)kader dan dat “een leerling voor brede cognitieve vaardigheden (zoals blijkt uit een intelligentieonderzoek) en/of prestaties op schoolvorderingentoetsen tot de beste 10% van een relevante vergelijkingsgroep behoort.” (Bron: Prodia)
In deze benadering wordt dus eerder een schoolse link gelegd, waarbij “schools presteren” of “excelleren” centraal staan en wordt er minder rekening gehouden met kenmerken die buiten het onderwijsveld vallen.
Als vereniging hebben we er echter wél bewust voor gekozen om de term ‘hoogbegaafdheid’ te gebruiken wanneer we over onze doelgroep kinderen spreken. Dit om meerdere redenen. Onze grootste bekommernis is dat net door deze nieuwe benadering van begaafdheid, een groep uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen wordt uitgesloten van passend onderwijs. Dit vanuit het perspectief dat uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen nog verder van de ‘norm’ afstaan op zo goed als alle vlakken, wat vaak een extreem grote invloed heeft op hun cognitief presteren. Sommige UHB kinderen vallen op school helemaal niet op, hebben zich extreem aangepast aan maatschappelijke structuren en verwachtingen, vallen snel of op lange termijn uit het schoolse onderwijs of worden allesbehalve als “cognitief sterk functionerend” ervaren. Ook déze UHB kinderen hebben echter behoefte aan maatregelen en aanpassingen, te beginnen op vlak van onderwijs. De informatie op deze website richt zich ook tot deze doelgroep.
Uitzonderlijke hoogbegaafdheid in cijfers
Wanneer we in beschouwing nemen dat iemand “hoogbegaafd” wordt genoemd vanaf een IQ van 130, dan zien we op de Gauss-curve dat het om iets meer dan 2% van de bevolking gaat. Kijken we naar het gamma 145+, dan merken we dat de cijfers al beduidend lager liggen. Uitzonderlijk hoogbegaafden maken maar 0,1% van de bevolkingsgroep uit. Binnen de UHB categorie zijn de “highly gifted” nog altijd veel meer vertegenwoordigd dan de “exceptionally gifted (0,01%)” en de “profoundly gifted” (0,0001%).
Toch zijn en blijven deze cijfers relatief. Onderzoek naar hoeveel (uitzonderlijk) hoogbegaafden er nu precies in ons land zijn, is onbestaande, noch zijn er relevante cijfers te vinden over hoe groot de aanwezigheid is van deze kinderen binnen het huidige Vlaamse onderwijs. Ook uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen of jongeren die uit het onderwijs vallen en in huisonderwijs terecht komen, worden nérgens genoteerd door officiële onderwijsinstanties.
Bovenstaande cijfers zijn afkomstig uit diverse onderzoeken in o.a. de VS en Australië en kunnen verder louter als achtergrond informatie beschouwd worden.
Kenmerken
Over de kenmerken van uitzonderlijk hoogbegaafden, werd er op deze website per leeftijdscategorie aparte informatie opgenomen. Deze kenmerken kunnen uiteraard énkel algemeen besproken worden en zijn verder sterk afhankelijk van uitzonderlijk hoogbegaafde tot uitzonderlijk hoogbegaafde. Elke uitzonderlijk hoogbegaafde – of het nu over een man, vrouw, kind, jongere of volwassene gaat – is ànders en draagt naast meer algemene ook heel specifiek individuele kenmerken met zich mee. Hoe een uitzonderlijk hoogbegaafde met deze algemene kenmerken zal omgaan of op welke manier hij ze positief zal integreren in z’n leven of er eerder de negatieve gevolgen van zal voelen, is ook zeer persoonlijk. Hierover is meer te lezen in onderstaande hoofdstukken kwetsbaarheden en sterktes van uitzonderlijk hoogbegaafden.
Meer weten?
Lees u in in de informatie over uitzonderlijke hoogbegaafdheid per doelgroep:
Of neem een kijkje in onze Bibliotheek.